Met behulp van AI gegenereerde afbeelding
Lees hier het artikel in de originele lay-out:
De dans in de zorg Tijdschrift Integrale Geneeskunde
Andrea Deckers over de dans in de zorg tussen ‘complementair’ en ‘regulier’

Tijdschrift voor Integrale Geneeskunde, III, 2025
Menucha van Ginkel
tekstschrijver/eindredacteur
We bevinden ons in een interessant zorglandschap. Links van ons: vergrijzing, personeelstekort en stijgende kosten. Rechts van ons: een sterk ontwikkelde reguliere medische zorg met grote mogelijkheden. Vóór ons: uitstekend geschoolde complementaire en alternatieve zorgverleners (CAM). En achter ons: methoden en technieken die mensen zelf toepassen om lichaam en geest gezond te houden. Menucha van Ginkel interviewde Andrea Deckers, een lichaams- gericht therapeut die staat te midden van deze dynamiek. Valt hiermee te dansen?
De metafoor van de dans is niet toevallig gekozen. Voor Andrea Deckers voelde de beweging tussen regulier en complementair al in haar jeugd als een ingewikkelde, maar ook mooie dans. Haar moeder experimenteerde met macrobiotiek en voor haar vader was de wetenschap leidend. Andrea is een bruggenbouwer. Ze studeerde Nederlands, werd lichaamsgericht therapeut en werkte als politiek lobbyist voor homeopathische artsen. In Meppel zette ze het netwerk Bewust Meppel op. Ze riep zorgverleners op uit hun achterkamertje te komen.
Andrea: ‘Je professionaliseren, een vindbare website en samenwerken, daar ging ik voor. We hoeven geen wetenschappers te worden, onderzoek doen kan ook informeler. Vraag je klanten na een jaar wat ze nog gebruiken uit je therapie. Neem je vak, je klanten en de markt serieus.’ Op 20 juni jl. was Andrea aanwezig bij het Congres Kanker & Leven, geaccrediteerd door de reguliere beroepsorganisaties en gesponsord door Pfizer.
Er waren veel verpleegkundigen, fysiotherapeuten, diëtisten en complementaire zorgverleners aanwezig. ‘Deelnemen aan een multidisciplinair netwerk met reguliere en complementaire zorgverleners, voelt als de eerste passen van een dans. Je verkent elkaar, hebt meer gemeen dan je dacht en je ontdekt lijnen van samenwerking en mogelijkheden. Zo’n congres levert altijd minimaal één waardevol nieuw contact op.’

Verandering is gaande
Complementaire zorgverleners zijn zich meer gaan professionaliseren. Ze volgen medische basiskennis, sluiten zich aan bij beroepsverenigingen, laten zich accrediteren en werken samen met reguliere zorg. Aan de andere kant raken steeds meer reguliere artsen en verpleegkundigen geïnteresseerd in de complementaire zorg. Bijvoorbeeld vanuit persoonlijke ervaring of
burn-out. Andrea krijgt medewerkers uit de reguliere zorg in haar praktijk. Zorgverleners die zelf vastlopen en niet voldoende hulp vinden in het reguliere zorgnetwerk. Ze vertrouwen in sommige gevallen niet op hun eigen methode. Best schokkend vindt Andrea dat.
Deze mensen, die zelf professionals zijn, gaan voor zichzelf verder zoeken. Ze staan open voor de vraag: hoe komt het dat ik deze aandoening heb gekregen? Ze doen een cursus, een familieopstelling of volgen een therapie en ontdekken: dit is zo gek nog niet. Voorzichtig gaan ze ervoor openstaan, ook naar collega’s toe. Er is een groeiende wens merkbaar: kijk breder, bekijk de mens als geheel.
Andrea: ‘Het model van de Positieve Psychologie en het Leefstijlroer zijn mooie voorbeelden. Deze regulier gebruikte modellen hebben een holistische kijk op gezondheid. Ik vind dat gaaf. In verschillende hoeken worden dezelfde antwoorden gevonden. Hoognodig is het ook. Als we niet breed kijken, zullen we nooit in staat zijn om de preventie zo op te krikken dat minder mensen ziek worden.’
Een dans met kansen en obstakels
Reguliere professionals verwijzen steeds vaker door naar complementaire en alternatieve methoden. Dat heeft verschillende redenen. De gebruikelijke behandelingen bieden geen uitkomst meer, iemand is uitbehandeld, of klachten blijven bestaan terwijl reguliere diagnostiek niets oplevert. Dan komt het moment waarop een huisarts zegt: ‘Probeer dit maar eens.’ Pakt het goed uit, dan ontstaat ruimte: bij de ondersteuning van een patiënt heeft de arts er ineens een arm bij. Na zo’n succes verwijst een arts vaker en gemakkelijker door. Gaat het verkeerd, dan sta je helaas weer 2-0 achter.
Complementaire geneeswijzen hebben moeite om als volwaardig mee te tellen. Maar soms zet iemand uit het reguliere veld bam! een statement neer en tilt hiermee een hele behandelwijze op. Psychiater Bessel van de Kolk is hier een voorbeeld van. Hij breekt een lans voor de lichaamsgerichte aanpak. Hij spreekt zich ondubbelzinnig uit over traumabehandeling: trauma kunnen we niet oplossen met praten alleen. En ook niet met medicatie die we nu gebruiken. We hebben sjamanistische methodes nodig. We hebben lichaamswerk nodig. Dit statement, onderbouwd met het boek
The body keeps the score, heeft de lichaamsgerichte werkwijzen een nieuwe status opgeleverd. Maar belangrijker nog: het heeft cliënten aan meer opties geholpen in het omgaan met trauma. Een ander voorbeeld is psychiater Jim van Os, hoogleraar aan UMC Utrecht. Hij wil van de psychiatrische labels en diagnoses af. Volgens hem moeten we meer kijken waarin een persoon goed en minder goed functioneert. Kinderen zouden op school al moeten leren hoe ze voor zichzelf moeten zorgen. Gebruikmakend van het hele aanbod van regulier, complementair en zelfzorgmethoden.
‘We hebben meer van dit soort voorvechters nodig. Artsen die delen hoe de niet-reguliere zorg hun patiënten of henzelf helpt’, zegt Andrea. ‘Die artsen zijn er namelijk. Ze spreken zich alleen nog niet altijd uit.
De dansvloer in de zorg
Andrea: ‘Er ligt een open dansvloer klaar, een kans. Die ontstaat onder andere daar, waar niet alles op rolletjes loopt in de zorg. Niet alles is op te lossen met medicijnen of operaties. Patiënten houden restklachten, verwerken hun ziekteproces en moeten opnieuw leren leven. Hun arts vertelt hen niet hoe en waar dat kan. Hij weet het ook niet. In de reguliere artsenopleidingen is hier nauwelijks aandacht voor. En dan is er nog het menselijk contact, de betaalbaarheid en preventie. Hier ligt ruimte voor complementaire zorg: lichaamsgerichte therapieën, voeding, TCM, vaktherapieën, lifestyle-coaching, allerlei vormen van stresshantering. Allemaal elementen die niet standaard aan bod komen in het ziekenhuis of bij de huisarts.
Bij het congres Kanker & Leven is het goed doorgedrongen: we hebben samenwerkingsverbanden nodig van allerlei soorten (informele) zorgverleners om aan alle vragen van patiënten tegemoet te komen. Andrea: ‘Ik werk graag naast een arts, een psycholoog of een fysio- therapeut. Als een cliënt ook een andere hulpverlener heeft, bied ik aan om contact te leggen. Deze hulpverle- ners zijn geïnteresseerd in wat ik doe met cliënten. We wisselen onze anamnese en aanpak uit en sluiten die op elkaar aan. Alleen medisch specialisten zijn meestal (nog) niet tot dansen bereid. Dat is de enige zorgverlener die ik helaas niet weet te bereiken.‘

Ook aanraking met consent wordt toegepast.
Het systeem en de struikelpas
Het huidige zorgsysteem is gereguleerd via BIG-registraties en vergoedingsstructuren. Geen erkende titel of code? Dan is samenwerking uitgesloten en je behandelingen worden niet vergoed. Met deze regulering wordt de kwaliteit gewaarborgd, maar ze sluit ook waardevolle zorg uit. Dat is een gemiste kans. Zeker in deze tijd van vergrijzing en personeelstekorten. Complementaire zorg is in veel gevallen goedkoper dan reguliere zorg. Als het om de betaalbaarheid van zorg gaat, ziet Andrea de noodzaak van een trendbreuk: ‘Mensen besteden gemiddeld een derde van hun inkomen aan wonen.
Waarom niet ook 20% investeren in je gezondheid? Preventie, bewegen, voeding, massage, therapie – het zijn bouwstenen voor een gezonder leven en dus een duurzamere zorg.’ Andrea pleit voor overheveling van verzekeringsbudget naar leefstijlbevordering met vrije keuze. Bij de overheid ligt sinds 2022 een Integraal Zorgakkoord klaar. Het stuurt aan op goede, toegankelijke en betaal- bare zorg. Doel: mensen zelf verantwoordelijk maken voor hun zorg en welzijn.
De sterke regulering heeft zin gehad. Het heeft zorgverleners bewust gemaakt van het belang van kwaliteit. Het heeft ook afstand geschapen tussen regulier en complementair. Nu is het tijd om te verbinden.
Dansen waar je bent: De kracht van lokaal
Wat landelijk stroef loopt, lukt lokaal soms wel. Als zorgverleners elkaar kennen en vertrouwen, ontstaat er iets moois: een netwerk van zorg rond de cliënt. Andrea noemt een huisarts in Bolsward die doorverwijst naar haar collega’s in Friesland en een huisarts in Bakkeveen die in het dorp een ware blue zone creëert. Hij verwijst door naar complementaire zorgverleners maar neemt ook initiatieven op het vlak van beweging en sociale cohesie. Zelf krijgt Andrea in Meppel cliënten via huisartsondersteuners met wie ze contact heeft. ‘Als je elkaar ontmoet en met elkaar over je vak praat, hoor je hoe zinvol het is om elkaar aan te vullen.’
Andrea zocht als lichaamsgericht therapeut aansluiting bij het oncologiezorgnetwerk Meppel. Dit netwerk is bedoeld voor mensen die zijn behandeld voor kanker en nog ondersteuning nodig hebben. In dat netwerk zitten medici, paramedici en complementair zorgverleners. Er is ruimte voor integrale zorg en leefstijlbevordering. De collega’s kennen elkaar, vullen elkaar aan, ze verwijzen naar elkaar door. Deze netwerken zijn gericht op herstel na kanker, maar de opzet is in feite geschikt voor herstel van alle soorten ziekten.
Gilden
Andrea ziet door deze samenwerking een soort moderne gilden van zorgverleners ontstaan. Stel je eens voor: in elke plaats vormt zich een kring rond de huisarts. Ook met iemand van het ziekenhuis erbij, zodat ook die lijnen kort zijn. Je komt drie keer per jaar samen, leert van elkaar via presentaties, deelt casussen en verwijst gericht. Je leert de andere zorgverleners kennen en ondersteunt elkaar als collega’s in het veld. En je kan buurten: ‘Hebben jullie in je netwerk nog iemand die met seksualiteit werkt?’ Zo werk je samen aan gezondheid.
Lokale netwerken, Blended Care programma’s of GLI- programma’s bieden concrete samenwerkingskansen. Andrea krijgt doorverwijzingen uit GLI-trajecten in Meppel. ‘Het gaat dan om mensen met overgewicht, bij wie het afvallen niet lukt. We kijken door middel van oefeningen wat in het lichaam opgeslagen ligt en geven dit ruimte. Dat werkt. Gisteren vertelde een cliënt me dat ze door de combinatie van een diëtist, een fysio en de lichaamsgericht therapeut inmiddels 19 kg lichter is.’
Sluit aan
‘Wat we moeten doen? Afstemmen. Aansluiten. Initiatief tonen. Elkaar vinden. Als in een dans. Zowel in het reguliere als het complementaire veld. Elkaar veroordelen, daar heeft een patiënt niks aan. Dus sluit aan bij de situatie en kijk wat je vanaf dat punt kunt doen. En ik denk dat wij in onze beroepsgroep soms ook zo overtuigd zijn van onze methode, dat we zelf niet meer open staan voor het belang van het reguliere traject dat iemand heeft afgelegd.
Iedere hulpverlener heeft dingen die hij zeker weet, iedere hulpverlener heeft twijfels. Beide waardevol. Ik denk dat de dans tussen regulier en complementair meer ruimte gaat krijgen. De uitnodiging is duidelijk: neem deel aan de dans. Verken de ruimte tussen regulier en complementair. Sta open voor de ander, werk samen.
Durf te twijfelen én te vertrouwen.’
~~~
Meld je aan voor de nieuwsbrief (2x per jaar) of:
Plan een afspraak voor een kennismaking, therapie of massage